Bedrijfsvoeringsrisico's
Met het gemeentelijke takenpakket is een begroting gemoeid met een uitgavenniveau primitieve begroting 2022 van € 98,6 miljoen op begrotingsbasis. Dit takenpakket is zeer divers en de mate van beïnvloedbaarheid c.q. de inhoudelijke en financiële beleidsruimte voor het gemeentebestuur verschilt per onderdeel. Uiteraard zijn aan de uitvoering van dit takenpakket risico’s verbonden, maar in samenhang met de andere genoemde pijlers van duurzaam financieel beleid zijn deze risico’s voor het bestaande takenpakket beheersbaar en goed te managen.
Hierna volgt een opsomming van de bedrijfsvoeringsrisico’s:
Garantstellingen
De gemeente Aalsmeer staat bij een aantal financiële instellingen garant voor hypothecaire leningen van woningbouwverenigingen, welke met ingang van het jaar 2021 onder het garantiestelsel van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) vallen.
Het direct financiële risico is beperkt, omdat het 'WSW-garantiestelsel' een zekere mate van solidariteit kent. Indien een woningcorporatie in betalingsproblemen komt en de buffer van het WSW en corporaties onvoldoende toereikend is, dan dienen deelnemende gemeenten in het 'WSW-garantiestelsel' gezamenlijk 25% van het benodigde bedrag in de vorm van een renteloze lening beschikbaar te stellen. De kans dat dit risico zich voordoet is gering.
Voor GPA staat de gemeente Aalsmeer garant tot een bedrag van maximaal € 48,2 miljoen.
Met ingang van 1 juli 2015 is voor FC Aalsmeer een borgstelling verleend. De garantiestelling bedraagt op dit moment iets minder dan € 0,1 miljoen voor de investering in een kantine. In de gemeenteraadsvergadering van 27 februari 2020 is besloten om een garantiestelling voor de Windsurfclub Aalsmeer te verlenen ad € 175.000 en op 18 juni 2020 een garantiestelling van € 140.000 voor Watersportvereniging Nieuwe Meer.
Het risico dat de geldnemers niet aan hun betalingsverplichtingen kunnen voldoen, zodat de gemeente Aalsmeer garant moet staan, is relatief klein. De financiële gevolgen kunnen echter wel omvangrijk zijn.
MJR Jeugdgelden
Tussen Rijk, IPO en VNG is afgesproken, dat gemeenten in hun meerjarenraming voor de jaarschijven 2023 tot en met 2025 rekening mogen houden met 75% van de bedragen uit de Hervormingsagenda Jeugd. Dit resultaat komt in de plaats van de stelpost waarbij met structureel € 300 miljoen (alle gemeenten) rekening mocht worden gehouden.
Voor wat betreft de middelen Jeugd is in 2019 € 400 miljoen (alle gemeenten) incidenteel toegezegd. Voor 2020 tot en met 2022 (ook incidenteel) € 300 miljoen (alle gemeenten). In samenspraak met BZK is het de gemeenten toegestaan deze post structureel op te nemen. Voor 2021 is ook nog een extra toezegging gedaan (dus boven op de € 300 mln.) van € 613 miljoen (alle gemeenten) en voor 2022 een toezegging van € 1,3 miljard (alle gemeenten). De exacte omvang van de verdeling, van deze € 1,3 miljard, naar individuele gemeenten is op dit moment nog niet bekend. Om deze reden is dit nog niet cijfermatig in de begroting verwerkt.
Bouwleges
De inkomsten uit bouwleges worden bepaald door de bouwactiviteiten binnen de gemeente. De geraamde inkomsten voor bouwleges zijn gebaseerd op de meerjarige planning van bouwactiviteiten. De realisatie kan van de planning afwijken, waardoor de inkomsten in een jaar afwijken van de begrote inkomsten, zowel in positieve als negatieve zin
Bestemmingsplan- en handhavingsprocedures
De kans is altijd aanwezig dat de gemeente aangesproken wordt in het kader van bestemmingsplan- en handhavingsprocedures en dergelijke. De gemeente kan in dat geval te maken krijgen met bezwaren, rechtsprocedures en aansprakelijkstelling voor schade.
Economische ontwikkeling
De gemeentelijke inkomsten zijn afhankelijk van de economische ontwikkelingen. Een verandering in de economische ontwikkeling heeft via de uitkering uit het gemeentefonds, belastinginkomsten van bedrijven, bouwleges, bouwgrondexploitaties en dividendinkomsten een effect op de begroting Aalsmeer. Gezien de huidige economische ontwikkelingen ten gevolgen van de Covid-19 pandemie komen de inkomsten uit bijv. toeristenbelasting aanzienlijk onder druk te staan. Tegenover uitgaven als de TOZO en de BUIG staan echter ook weer (aparte) inkomsten vanuit het rijk. (Kortom meer uitgaven hoeft niet te betekenen dat het de gemeente ook meer gaat kosten.)
Open-einde-regelingen
Onder de gemeentelijke taken valt een aantal regelingen met een open einde. Dat betekent dat de gemeente verplicht is om in middelen te voorzien als mensen hier wettelijk recht op hebben, ook al staan hier beperkte inkomsten tegenover.
Met ingang van 2015 is de gemeente verantwoordelijk voor veel nieuwe taken op de terreinen Zorg, Werk en Jeugd. Deze drie terreinen komen afzonderlijk aan de orde in Programma 1 Sociaal Domein. Met name op de decentralisatie Jeugd kampen veel gemeenten met grote tekorten. Aalsmeer behoort hier tot de grote tekortgemeenten. De behandelkosten lopen op.
Rijksmiddelen
De landelijke tekorten op Jeugd liggen in de orde van € 1,7 miljard (rapport AEF dec20). Vastgelopen onderhandelingen tussen Rijk en VNG begin 2021 zijn aanleiding geweest om een arbitragecommissie in te stellen. Uitkomst is dat het Rijk landelijk 1,56 miljard euro moet toevoegen in 2022. De uitspraak van de arbitragecommissie is ‘(semi-)bindend’. Dat betekent dat het rijk het advies moet opvolgen, met de kanttekening dat het budgetrecht bij het parlement ligt en het nieuwe kabinet de mogelijkheid heeft aanpassingen te doen aan het stelsel en daarmee aan het budget.
Onderzoek financiën jeugdhulp
In de tweede helft van 2020 is een extern onderzoek uitgevoerd naar de financiën jeugdhulp in Aalsmeer. Uit het onderzoek blijkt dat de uitgaven en het gebruik van jeugdhulp in de gemeente Aalsmeer rond het landelijk gemiddelde liggen. De lage rijksbijdrage speelt de gemeente echter parten. Ook blijkt dat de instroom de afgelopen jaren redelijk constant is geweest maar dat de uitstroom stagneert. Dit is een landelijke trend, zo blijkt uit het landelijk onderzoek van AEF (dec2020). In de nieuwe contractperiode zal meer aandacht worden besteed aan de uitstroom. Zo zal onder meer gebruik worden gemaakt van tussentijdse zorgevaluaties. Het bredere project “zicht en grip op jeugdhulp” richt zich op het beter inzichtelijk maken van data en de beheersbaarheid van kosten.
Nieuwe inkoop per 2022
Per 2022 worden nieuwe contracten jeugdhulp gesloten. De jeugdhulp wordt niet langer op de huidige regionale schaal ingekocht, maar gezamenlijk met Amstelveen. De huidige resultaatgerichte bekostigingsvariant wordt dan vervangen door de inspanningsgerichte variant (pxq). Daarnaast is er naar verwachting, door verkleining van de schaalgrootte, meer sturing mogelijk. Hoe de kosten zich in de nieuwe contractperiode zullen ontwikkelen is nu nog moeilijk in te schatten.
Jeugdhulp en gevolgen corona
In 2020, 2021 en 2022 hebben we te maken met de gevolgen van Corona. Conform VNG richtlijnen geven gemeenten aanbieders een omzetgarantie voor de periode maart 2020- juli 2020, ook wanneer de hulp niet of niet volledig is verleend. Daarnaast worden de meerkosten vergoed die aanbieders hebben moeten maken ivm Corona. Omdat de Coronacrisis voortduurt, is nu nog geen volledig beeld te geven van de financiële consequenties voor de gemeente. Naar verwachting zullen de gevolgen van de langdurige lockdowns voor jongeren niet uitblijven, met als consequentie een groter aantal aanvragen jeugdhulp in 2022 en 2023. Er wordt met name een groter beroep op (hoog)specialistische jeugd GGZ verwacht.
Gemeentefonds
Met een omvang van afgerond € 39,2 miljoen is de algemene uitkering gemeentefonds verreweg het belangrijkste structurele algemene dekkingsmiddel van de gemeente. De hoogte en ontwikkeling van de uitkering gemeentefonds wordt bepaald via de ontwikkelingen van de Rijksbegroting (samen trap op, trap af) en is door gemeenten niet beïnvloedbaar. In de bestaande meerjarenramingen van het Rijk is een oplopende "opschalingskorting" tot en met 2025 opgenomen. Dit is een efficiency korting die op voorhand het gemeentefonds kort uitgaande van voordelen die gemeenten door schaalvergroting zouden kunnen verkrijgen. Naast de omvang van het gemeentefonds is ook de verdeling van belang. Periodiek worden delen van het gemeentefonds herijkt. De eerstvolgende herijking vindt volgens de huidige planning plaats per 2023. Het gaat om een algehele herziening van de bestaande objectieve verdeelmodellen. Dit omvat zowel de nieuw onderdelen van het sociaal domein als het klassieke gemeentefonds. Een belangrijk thema in de herverdeling is hoe omgegaan wordt met de inkomensverevening. Op dit moment vindt in het gemeentefonds verevening plaats op basis van 70% van de WOZ-waarde niet woningen en 80% van de WOZ-waarde woningen. Het volume van de verdeelmaatstaf is de achterliggende jaren (vanaf 1997) gegroeid met areaal en inflatie. Extra OZB-verhogingen van gemeenten zijn niet meegenomen in het volume van de verdeelmaatstaf. De exacte gevolgen van de herijking voor Aalsmeer zijn nog niet bekend. De plannen rondom verevening WOZ en volume aanpassing WOZ kunnen grote structurele (negatieve) gevolgen hebben voor Aalsmeer. Op basis van de voorlopige uitkomsten lijkt het risico mee te vallen.
Verdeelvoorstel gemeentefonds
Er loopt een traject om te komen tot een ingrijpende herziening van de verdeling van het gemeentefonds. Op 12 augustus 2021 hebben de fondsbeheerders geactualiseerde cijfers gepresenteerd over de herverdeeleffecten per individuele gemeente. Volgens de nieuwe cijfers slaat in Aalsmeer een voordeel in eerdere versies nu om in een nadeel. De beoogde invoering vanaf 2023 is stapsgewijs met € 15 per inwoner en beperkt zich tot de volgende stappen;
- het gepresenteerde Aalsmeerse herverdeelnadeel van € 25 per inwoner (€ 800.000) wordt in twee stappen geëffectueerd;
- deze cijfers betekenen een Aalsmeers herverdeelnadeel van: € 480.000 per 2023 en € 320.000 per 2024;
- Vervolgens wordt apart bezien of een aanpassing van de verdeling voor 2027 en verder nodig is.
Voornoemde is een risico en nog niet cijfermatig in de begroting verwerkt, omdat het gaat om indicatieve cijfers en er moet nog over besloten worden. Het vervolg kan meelopen in het traject richting Kadernota 2023. Voor de begroting 2023 heeft dit geen effect op de uitgezette koers. Deze laatste berichten geven geen aanleiding tot aparte acties op korte termijn.
Beheer Burgemeester Kasteleinweg
De Provincie Noord-Holland (PNH) heeft het dagelijks onderhoud van de N196 per 1 april 2016 overgedragen. De status van provinciale weg is daarmee komen te vervallen. Het definitieve eigendom van de weg wordt overgedragen, nadat de herinrichting van de weg en de aanleg van de busbaan hebben plaatsgevonden. De busbaan blijft in eigendom en beheer van de PNH. De bijdrage van PNH aan de gemeente Aalsmeer, voor onderhoudsachterstand bedraagt € 0,875 miljoen en dit bedrag is in 2016 uitbetaald. Aan dit bedrag zijn voorwaarden verbonden over het bestedingsdoel.
De tijdelijke onderhoudskosten tot aan de afronding van de herinrichting van de Burgemeester Kasteleinweg zijn opgenomen binnen de totale kosten van deze herinrichting. Op 7 juli 2016 is voor het totale project inclusief het beheer en onderhoud tot en met de herinrichting een totaal krediet van € 5,1 miljoen ter beschikking gesteld. De planning was toen dat de werkzaamheden in 2018 zouden starten en in 2020 zouden worden afgerond.
In het najaar van 2018 heeft afstemming met de verschillende partijen plaatsgevonden en is de planning van de uitvoering geactualiseerd. Bij de Najaarsrapportage 2018 is het krediet opgehoogd met € 0,38 miljoen in verband met extra kosten die bij de kredietverlening niet waren voorzien. De planning van de uitvoering is geactualiseerd naar de periode 2020-2022.
De structurele onderhoudskosten van de nieuw ingerichte Burgemeester Kasteleinweg moeten in de meerjarenbegroting vanaf 2021 worden ingepast. De jaarlijkse onderhoudskosten worden geraamd op
€ 0,1 miljoen.
Dividenden
Er worden diverse dividenduitkeringen ontvangen. Het merendeel is afkomstig van Stedin. Meer informatie over de uitkeringen staat opgenomen in de paragraaf Verbonden Partijen. De definitieve dividenduitkering is altijd afhankelijk van de ontwikkelingen binnen het bedrijf zelf.
Doorontwikkeling Horizontaal toezicht (HT)
Begin 2020 heeft de Belastingdienst een brief gestuurd waarin is aangekondigd dat met ingang van 2023 alle bestaande HT-convenanten worden opgezegd. Inmiddels is bekend gemaakt dat organisaties alleen voor verlenging van een zo te noemen doorontwikkeld HT-convenant in aanmerking komen, indien de organisatie voldoet aan 6 geschiktheidscriteria: Transparantie, Werkrelatie, Strategie, Risicoanalyse, Monitoring en Gegevens derden.
Wanneer een organisatie een nieuw HT-convenant wenst te sluiten, dan dient de organisatie een self-assessment uit te (laten) voeren, waaruit blijkt dat aan bovengenoemde geschiktheidscriteria voor het HT wordt voldaan. Binnen het doorontwikkeld HT komen alleen organisaties nog in aanmerking voor het sluiten van een convenant, die aantoonbaar in control zijn en voldoende fiscale beheersmaatregelen hebben doorgevoerd om fiscale risico’s te beheersen.
Vennootschapsbelasting gemeenten
Om de risico’s te beheersen is afstemming gezocht met de Belastingdienst over het cluster “grondbedrijf” inclusief het grondbeheercomplex Greenpark Aalsmeer.
De Belastingdienst heeft aangegeven akkoord te zijn met de gehanteerde systematiek voor de fiscale uitwerking van het cluster Grondbedrijf. Jaarlijkse monitoring of een wijziging in de feiten, in een bepaald jaar, kunnen leiden tot een andere conclusie.
De ontwikkelingen rondom de belastingplicht voor afvalopbrengsten en reclame-inkomsten zijn nog aandachtspunten bij de VPB voor gemeenten. Voor wat betreft afval ontvangt de gemeente Aalsmeer slechts bedragen van Nedvang, die vooralsnog buiten de heffing wordt worden gehouden.
De ontwikkelingen rondom de reclame-inkomsten geven ons aanleiding deze mee te nemen in de aangiften. Bij ontvangst van de definitieve aanslag van de Belastingdienst zijn we voornemens bezwaar te maken. Zo voorkomen we ongewenste boetes/belastingrentes.
De aangiftes VPB-2016 t/m 2019 zijn ingediend bij de Belastingdienst. Voor de jaren 2016 en 2017 zijn definitieve aanslagen VPB ontvangen van de Belastingdienst. Hierop is door ons een proforma bezwaar ingediend, welke nadien inhoudelijk nog is onderbouwd. Voor 2020 zijn er voorlopige aanslagen betaald om boetes/belastingrentes te voorkomen.
Actualisering van reeds bestaande en nieuwe bouwgrondexploitaties met een hoger opbrengstpotentieel hebben een directe invloed op een eventuele VPB last in de toekomst. Vooralsnog is dit een heel laag risico, omdat de actieve grondexploitaties samen ruim 15 miljoen negatief staan (zie voor uitgebreide toelichting paragraaf Grondbeleid).
Leges reisdocumenten en rijbewijzen
Met ingang van 9 maart 2014 is de maximale geldigheidsduur van reisdocumenten verhoogd van 5 naar 10 jaar. Dit betekent mogelijk een dip in de afgifte van reisdocumenten in de periode van 2019 tot 2024. Hierdoor is sprake van een tijdelijke teruggang in werkzaamheden voor het cluster Documenten en in de leges-inkomsten op het product reisdocumenten. In 2022 wordt berekend wat de gevolgen zijn van de aanstaande piek in de periode 2024 tot 2029. Zoals het er nu naar uitziet zal de in 2019 afgeroomde formatie opnieuw toegevoegd moeten worden.
ICT en informatievoorziening
Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)
De Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) ofwel de Europese privacy verordening is per 25 mei 2018 in werking getreden. Vanaf dat moment zijn de privacyregels verder aangescherpt en kan de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) zelfs boetes tot een maximum van € 20 miljoen opleggen in geval van overtreding van de regels met betrekking tot de omgang met persoonsgegevens. Ook de meldplicht datalekken vormt een onderdeel van de AVG. Bedrijven en overheden zijn hierdoor verplicht om een datalek te melden bij de AP en mogelijk bij alle getroffen individuen. Ook is het uitvoeren van privacyrisico-inventarisaties, zogenaamde DPIA’s, op sommige processen verplicht. De AA organisatie heeft processen ingericht om de AVG wetgeving te borgen binnen de organisatie en voert DPIA’s uit waar nodig en waar verplicht. Persoonsgegevens worden binnen de gehele organisatie verwerkt. Doordat de AVG zich niet beperkt tot de inrichting van formele processen en DPIA toetsen, maar zich uitstrekt tot alle handelingen van medewerkers en verwerkingen in systemen, blijft de naleving van de AVG veel aandacht vragen.
Informatieveiligheid
Om de data en de informatie in de systemen waar de gemeente mee werkt te beschermen worden de nodige adequate beveiligingsmaatregelen getroffen. Per 1 januari 2019 is de Baseline Informatieveiligheid Overheid (BIO) van kracht. Door de breedte en complexiteit van deze nieuwe regelgeving pakt de gemeente informatieveiligheid planmatig op. Jaarlijks wordt een risico-inventarisatie uitgevoerd, een actieplan informatieveiligheid en privacy vastgesteld en het informatieveiligheidsbeleid getoetst. Een belangrijk onderdeel is bewustwording, waarbij gebruikers worden getraind om alert te blijven. Ook worden er technische maatregelen ingezet, zoals antivirus software, logging en een firewall. Desalniettemin vraagt het veilig houden van het netwerk en de ICT systemen, vanwege de grote afhankelijkheid van digitale informatie in combinatie met de vele dreigingen, de continue aandacht van de organisatie.
Overige ontwikkelingen Burgerzaken
Het juist vaststellen van de identiteit is een belangrijke taak die vanuit de centrale overheid aan Burgerzaken is toebedeeld en waar steeds meer de nadruk op komt te liggen. Een andere wettelijke taak is het voorkomen en opsporen van adresfraude. Door de economische groei in de MRA regio is sprake van een sterke toename van het aantal (her)vestigingen vanuit het buitenland. Dit heeft tot gevolg dat ook het aantal identiteitsvaststellingen en adresonderzoeken in front- en backoffice stijgt. Door deze ontwikkelingen is vanaf 2019 de corebusiness van Burgerzaken veranderd. Er is een afname te zien van werkzaamheden waarvoor leges kunnen worden gevraagd en een toename van werkzaamheden waar geen legesinkomsten tegenover staan.
Het kabinet heeft het “Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten” gevraagd voorstellen te doen die de positie van de arbeidsmigranten op de korte en (middel)lange termijn verbeteren. Aan het licht is gekomen dat er vaak sprake is van schrijnende situaties op het gebied van woon-, leef- en arbeidsomstandigheden. In april 2021 is de gemeente Aalsmeer een pilot gestart om, in samenwerking met werkgever, arbeidsmigranten structureel en collectief te registreren in de Basisregistratie Personen (BRP). Deze registratie vindt plaats op de woensdagavond op het gemeentehuis en is ook bedoeld om meer zicht in de woon- en leefomstandigheden van de arbeidsmigranten te verkrijgen. Het is afwachten wat het resultaat is van deze pilot. Indien dit een succes blijkt te zijn wordt mogelijk structureel formatie toegevoegd waarna deze werkzaamheden in het takenpakket van Burgerzaken worden opgenomen.
Btw
Sportvrijstelling
Het recht op vooraftrek van de BTW, die aan gemeente in rekening is gebracht over de kosten die toerekenbaar zijn aan het ter beschikking stellen van sportaccommodaties, is vervallen per 2019. De rijksoverheid compenseert gemeenten in 2019 t/m 2023 voor dit nadeel via de nieuwe specifieke-uitkering Sport (SPUK).
Over het jaar 2021 is landelijk wederom meer aangevraagd dan er budget is (€ 182 miljoen), wat betekent dat de gemeente minder gecompenseerd wordt dan verwacht. De gemeente heeft een voorschot ontvangen van 76,94% van de aanvraag. Voor 2022 is landelijk € 178 miljoen beschikbaar.
Het BTW-nadeel waar de ESA mee wordt geconfronteerd ("hun BTW nadeel") is meegenomen in de SPUK aanvraag 2021 van de gemeente Aalsmeer.
In totaal heeft de gemeente voorlopig ca. € 128.500 minder toegewezen gekregen.
Tevens loopt een discussie met de belastingdienst omtrent het belast verhuren van gymlokalen voor het bewegingsonderwijs. Daarnaast is de belastinginspecteur van mening dat het organiseren van bijeenkomsten tegen vergoeding met een sportelement niet kan delen in het verlaagde tarief. Verder is er nog een dispuut over de belastbaarheid van de subsidie die ESA ontvangt. Als gemeente lopen we hier een risico. Het financiële effect hiervan kunnen we op dit moment niet inschatten en hebben we als p.m. meegenomen in ons risicoregister.
Bouw- / projectgerelateerde risico's
In de gevallen dat de gemeente gebouwen en accommodaties BTW belast verhuurt is BTW op bouw- en verbouwingskosten terug te vorderen. Voorwaarde hierbij is – in geval van nieuwbouw – dat de verhuur gedurende een periode van 10 jaar btw-belast plaatsvindt. Indien deze BTW belaste verhuur in werkelijkheid niet of voor een kleiner deel mogelijk blijkt, bestaat het risico dat eerder teruggevorderde BTW moet worden terugbetaald.
Btw Labeling in administratie
In 2019 hebben wij u geïnformeerd over de resultaten van een intern onderzoek naar de wijze van administratieve verwerking van de btw. Hieruit is gebleken dat er correcties op de btw-aangiftes moeten plaatsvinden. Het nadeel dat hiermee samenhangt is in de jaarrekening 2019 verwerkt.
Als gevolg van recente rechtspraak met betrekking tot de BTW op reïntegratiekosten is eind 2020 een gewijzigde opstelling van de herziening 2014-2017 gestuurd aan de Belastingdienst. Het voordeel wat hiermee samenhangt is verwerkt in de jaarrekening 2020. Ook het voordeel over 2018 is hierin opgenomen. Dit is verwerkt in ons bezwaarschrift tegen de beschikking BCF 2018.
De Belastingdienst heeft zich inmiddels akkoord verklaard met de inhoud van het door ons ingediende bezwaarschrift. Formalisering van dit standpunt, in de vorm van een nieuwe beschikking zal naar verwachting nog in het najaar 2021 volgen.
De Oude Veiling:
De gemeente heeft met ESA 3 huurcontracten lopen. Eén voor Ons Tweede huis, één voor zaalverhuur (losse zalen dus) en één voor Cultuur (Bibliotheek, Cultuurpunt en Horeca). De inspecteur is van mening dat er feitelijk sprake is van 1 huurcontract omdat er één verhuurder is en één huurder. De gemeente meent dat geen sprake is geweest van vervaardiging waardoor er een nieuwe zaak zou zijn ontstaan, terwijl de inspecteur die conclusie niet direct onderschrijft. (geen direct risico). ESA verhuurt deze ruimten weer door (onderverhuur) aan verschillende gebruikers. Als dat laatste terecht met btw plaatsvindt, kan er worden geopteerd tussen gemeente en ESA. Vraag is nu of de verschillende ruimten voldoende zelfstandig zijn om apart te kunnen worden verhuurd. Dat geldt niet voor de ruimte voor Ons Tweede Huis. De inspecteur twijfelt nog of de bibliotheek voldoet aan het zogenoemde 90% criterium (zo niet dan is belaste verhuur niet mogelijk). Dat laatste geldt zeker voor het Cultuurpunt. Voor de losse verhuur van zalen dient dit wat hem betreft per situatie te worden beoordeeld. Indien voldoende aanvullend dienstbetoon door ESA aan gebruiker dan is belast gebruik mogelijk (en dus ook belaste verhuur door gemeente aan ESA). Belaste verhuur van de Theaterzaal is geen issue.
De belastbaarheid van de subsidie wordt nog nader onderzocht. Daarvoor diende aanvullende gegevens te worden aangeleverd.
Kortom, er is een hoop nog niet duidelijk. Wel is zeker dat de gepleegde aftrek van btw naar verwachting naar beneden dient te worden bijgesteld. Welk bedrag dit is, valt dus nog niet te zeggen, derhalve is dit risico als p.m. meegenomen in ons risicoregister.
Aanbestedingsrisico’s
Onderhoud gemeentelijke gebouwen
Bij het onderhoud van de gemeentelijke gebouwen (o.a. renovatie-/nieuwbouwprojecten) wordt gebruik gemaakt van de markt. Door de aantrekkende bouw, het gebrek aan vakmensen bij de aannemers, de aangescherpte eisen voor nieuwbouw (BENG) per 1 januari 2021 en de Coronacrisis zien we dat de marktsituatie wijzigt en dat prijzen zich naar boven ontwikkelen. Dit kan tot gevolg hebben dat de kosten van het onderhoud van de gemeentelijke gebouwen in de toekomst hoger zullen worden.
Sociaal domein
Momenteel zijn wij het Collectief Vervoer opnieuw aan het aanbesteden. Mogelijk stijgen daardoor de kosten van het vervoer vanaf 2022 en verder.
In 2021 besteden wij de begeleiding en respijtzorg opnieuw aan. Naar aanleiding van deze aanbesteding is het waarschijnlijk dat de tarieven zullen stijgen met als gevolg dat de kosten zullen toenemen. Met hoeveel de kosten zullen toenemen is momenteel nog niet in te schatten.
Nieuwe samenwerkingsafspraken met de gemeente Amstelveen
Op 10 december 2020 heeft de gemeenteraad het college opdracht gegeven om nieuwe samenwerkingsafspraken met de gemeente Amstelveen te maken. Met als doel om te komen tot een compacte wendbare Aalsmeerse organisatie. Voor de voorbereidings- en transitiekosten is voor twee jaar € 3 miljoen beschikbaar gesteld. Dit is exclusief eventuele frictiekosten en personele kosten van de nieuwe organisatie. De transitieperiode om te komen tot nieuwe samenwerkingsafspraken en tot een nieuwe Aalsmeerse organisatie brengen risico’s met zich mee. Met name het risico ten aanzien van de going concern van de bedrijfsvoering zien we als een aanzienlijk financieel risico. Om dit risico te mitigeren zijn we in overleg met de gemeente Amstelveen. Op dit moment schatten we de risico’s ten aanzien van eventuele frictiekosten en overige kosten op zeer laag in. Derhalve is dit risico niet verdere financieel vertaald en is het risico als p.m. meegenomen in het risicoregister.
Benodigde risicobuffer bedrijfsvoering risico’s
Er is geen objectieve maatstaf voor het bepalen van de omvang van een incidentele buffer voor de structurele bedrijfsrisico's (m.n. gemeentefonds, beheer en onderhoud van de openbare ruimte en decentralisaties). Conform bestaand beleid wordt bij de berekening van de weerstandsratio voor normale bedrijfsvoeringsrisico's rekening gehouden met een bedrag corresponderend met 5% van het uitgaventotaal (€ 98,6 miljoen) van de gemeente, dus € 4,9 miljoen.