Uitwerking financiële kaders per belasting/heffing

Gemeentelijk beleid
De onroerende zaakbelastingen (OZB) vormen voor de gemeente de grootste inkomstenbron. De OZB bestaan uit een belasting voor het eigendom (woningen en niet-woningen) en voor het gebruik (niet-woningen). De OZB wordt berekend als percentage van de waarde die voor de Wet WOZ is vastgesteld voor dat jaar.

Voorstel tarieven 2022
Grondslag voor de OZB zijn de voor de Wet Waardering onroerende zaken vastgestelde WOZ-waarden. De WOZ-waarde wordt jaarlijks vastgesteld op basis van transacties rond de waardepeildatum 01-01 van het betreffende belastingjaar. De taxaties voor belastingjaar 2022 zijn nog in volle gang. De WOZ-waarden dienen niet alleen als grondslag voor de aanslagen OZB 2022 maar ook voor andere belastingen. Zoals: voor het eigen woningforfait in de inkomstenbelastingen en de Watersysteemheffing gebouw voor de waterschapslasten.

Uit de eerste geprognosticeerde taxaties blijken de woningen en niet-woningen, bedrijven, redelijk in lijn te liggen met de landelijke waardestijging. Landelijk wordt rekening gehouden met waardestijgingen van 9% voor woningen en -0,5% voor niet-woningen, zoals vermeld in de meicirculaire 2021. De inschatting voor Aalsmeer ligt, zoals het nu naar uitziet, hieraan ongeveer gelijk.

De daadwerkelijke waardestijging 2021/2022 zal pas in december bij het vaststellen van de tarieven OZB 2022 bekend zijn. Voor de bepaling van het OZB-tarief 2022 wordt dan direct rekening gehouden met de laatste gegevens. Op deze wijze wordt zo nauwgezet mogelijk aangesloten op de vastgestelde opbrengst in de begroting.

Ontwikkeling tarieven
In de afgelopen jaren zijn in Aalsmeer majeure investeringen gedaan in de buitenruimte en bereikbaarheid. De stevige achterstanden in het groot onderhoud buitenruimte en bereikbaarheid zijn hiermee verkleind. In de afgelopen jaren is in het OZB-tarief zeer beperkt rekening gehouden met de indexering van de kosten van het voorzieningen niveau van Aalsmeer. De OZB-tarieven van Aalsmeer zijn dan ook beperkt geïndexeerd, terwijl de kosten voor de bereikbaarheid aanzienlijk stegen. Het wegwerken van de achterstanden onderhoud en het daarnaast structureel blijven investeren in de buitenruimte en bereikbaarheid vraagt ook om de achterstanden in de gemeentelijke belastingopbrengsten in te lopen. Eén van de onderzoeksrichting van de motie RAP is het verkleinen van de achterstanden in de belastingopbrengsten van Aalsmeer met als belangrijk principe dat de gebruiker ook betaalt. Op basis van extern onderzoek komen een tweetal mogelijkheden naar voren om de inkomsten te vergroten. Enerzijds het invoeren van een vermakelijkheidsretributie voor dagtoeristen en anderzijds het stapsgewijs indexeren van het tarief van de OZB-niet woningen op basis van de werkelijke kosten. Structureel wordt hiermee de achterstand in de  gemeentelijke belastingenopbrengsten met € 1,6 miljoen ingelopen maar blijft de belastingdruk nog steeds laag en onder het landelijk gemiddelde.

De COVID-crisis heeft impact gehad op de ondernemers in Aalsmeer. In de afgelopen twee jaar is een aantal grote maatregelen genomen om de ondernemers te ontzien. Zo is er een lokaal noodfonds ingesteld en is de OZB-niet woningen incidenteel verlaagd naar een tarief van € 0. Om de ondernemers in de directe nasleep van de pandemie te ontzien wordt er bewust voor gekozen om de vermakelijkheidsretributie pas per 2023 in te laten gaan, maar ook om de consequenties van de momenteel nog landelijk geldende COVID maatregelen te dempen. Het inlopen van de achterstand op OZB opbrengsten-niet woningen wordt ook om die reden pas per 2023 stapsgewijs gestart. Van de majeure investeringen die de gemeente de afgelopen jaren heeft gedaan en nog gaat doen in de buitenruimte en bereikbaarheid, hebben ook met name de Aalsmeerse ondernemers voordeel van een betere ontsluiting. Rekening houdend met het feit dat het OZB-tarief voor woningen van inwoners al een langere periode op het landelijk gemiddelde tarief ligt, dragen inwoners dus ook al geruime tijd aanzienlijk bij aan de majeure investeringen in de buitenruimte en bereikbaarheid. De door de raad ingediende motie Aalsmeers belastingplafond woonlasten vraagt hier terecht aandacht voor. Het is dan ook noodzakelijk om de woonlasten niet anders te verhogen dan met indexering en balans aan te brengen in de verdeling van de belastingdruk als we grote investeringen willen blijven doen. Deze ontwikkeling is noodzakelijk om een dekkingstekort voor de toekomstige investeringen in de buitenruimte te voorkomen.

Deze belasting is op grond van het gelijkheidsbeginsel ontstaan. Eigenaren en gebruikers van roerende ruimten hebben namelijk evenzeer belang bij de door de gemeente geboden collectieve voorzieningen. Op basis van de Gemeentewet moet voor de RZB hetzelfde tarief worden toegepast.

Gemeentelijk beleid afvalstoffenheffing
Het gemeentelijk beleid is een tarief dat maximaal 100% kostendekkend is. De kosten voor de afvalinzameling 2022 zullen toenemen ten opzichte van 2021 door marktontwikkelingen, conform het landelijk beeld, en het wijzigen van de afvalinzamelmethodiek conform het raadsbesluit "van afval naar grondstoffenbeleid" van 27 mei 2021. Om deze toename van de kosten te dekken wordt voorgesteld het tarief, naast 2% indexatie, te verhogen met 11,4%.

Tevens is, conform het raadsbesluit "van afval naar grondstoffenbeleid", de grondslag voor de tariefstelling gewijzigd van de inhoud van de in gebruik zijnde rolemmer naar een tarief voor één- en meerpersoonshuishoudens met ingang van het jaar 2022. In onderstaande tabel zijn de voorgestelde tarieven voor 2022 opgenomen.

Gemeentelijk beleid rioolheffing
Uitgangspunt is maximaal 100% kostendekkendheid. De kosten van het beheer en het in stand houden van het gemeentelijk rioolstelsel zijn de basis voor de berekening van het tarief van de rioolheffing.
De heffing  wordt geheven in de vorm van een aansluitrecht waarbij de eigenaar de belastingplichtige is. Als meer dan 400 m ³ water wordt afgenomen, wordt daarboven per 10 m ³ door de gebruiker een bedrag betaald.

Uitgangspunt is dat met het vastgestelde tarief het rioolstelsel in meerjarenperspectief kostendekkend beheerd en in stand gehouden kan worden. De uitvoering hiervan is gebaseerd op het Gemeentelijk Rioleringsplan 2021-2026. Het eventuele effect op de tarieven wordt meegenomen in de belastingverordening, welke tevens in december 2021 aan de raad wordt voorgelegd. Vooralsnog wordt er, buiten de indexatie van 2%, geen tariefswijziging verwacht.

Gemeentelijk beleid hondenbelasting
Op basis van de Gemeentewet mag er een Hondenbelasting worden geheven. Iedereen, die één of meer honden heeft, moet hondenbelasting betalen. Voor 2022 worden de tarieven verhoogd met het indexcijfer van 2%.

Gemeentelijk beleid leges
Leges worden geheven als vergoeding van kosten die de gemeente maakt voor de dienstverlening aan individuele burgers en bedrijven. Voorbeelden zijn het afgeven van reisdocumenten en rijbewijzen en het verstrekken van (bouw)vergunningen. De hoogte van de legestarieven wordt begrensd door 100% kostendekkendheid. Uitgangspunt is toetsing op verordeningenniveau, waarbij de geraamde lasten van alle benoemde activiteiten worden gedekt door de gezamenlijke baten uit de te heffen belastingen. Een verwacht overschot bij de ene activiteit wordt gebruikt voor de dekking van een verwacht tekort bij een andere activiteit. Dit principe wordt aangeduid als kruisfinanciering. De gemeente is hierbij vrij te bepalen hoe dit toe te passen binnen de verordening.

Ondanks de mogelijkheid om afwijkingen in kostendekkendheid tussen de verschillende leges te vereffenen, worden voor het inzicht de kostendekkendheid van de bouwleges (omgevingsvergunningen) en de overige leges afzonderlijk in beeld gebracht. De hoogte van de tarieven van de overige leges zijn in de meeste gevallen van Rijkswege vastgelegd en zijn niet kostendekkend.

Een voorstel voor het tarief omgevingsvergunningen, met een onderbouwing van de kosten en opbrengsten voor 2021 op basis van een actuele prognose van de bouwvolumes, is in voorbereiding voor de raadsvergadering van december. 2021. Hetgeen impact heeft op onderstaande kostendekkendheid van de omgevingsvergunningen.

Gemeentelijk beleid grafrechten
Wettelijk is bepaald dat de baten van de grafrechten niet boven de geraamde lasten mogen uitgaan. Het beheer en onderhoud van de begraafplaats wordt gefinancierd uit de inkomsten van de grafrechten en onderverdeeld in lijkbezorgingsrechten en onderhoudsrechten begraafplaats.  
In beginsel zullen de tarieven worden verhoogd met de prijsinflatie van 2% voor zover mogelijk is. In het belastingvoorstel in december zal hierop nader worden ingegaan.

Gemeentelijk beleid precariobelasting
Precario wordt geheven voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond. Het heffen van precariobelasting op kabels en leidingen van nutsvoorzieningen is ingaande 2022 van Rijkswege afgeschaft. Voor Aalsmeer betekent dit vanaf 2022 een inkomstenderving van € 1,5 miljoen.

Om duidelijker te maken dat het niet alleen om toeristen gaat worden deze belastingen verblijfsbelastingen genoemd. Deze worden geheven voor het houden van verblijf binnen de gemeente door personen die geen ingezetene zijn van Aalsmeer. De opbrengst van deze belastingen zijn een algemeen dekkingsmiddel.

De reclamebelasting wordt geheven in twee winkelgebieden: winkelgebied Ophelialaan en het winkelgebied centrum Aalsmeer.

De reclamebelasting wordt op verzoek van de ondernemers geheven om met de opbrengst activiteiten te realiseren voor de winkelgebieden. De belastingopbrengst wordt, na aftrek van de administratieve lasten, als subsidie uitgekeerd aan de door ondernemers opgerichte uitvoeringsorganisatie. De besteding van de gelden wordt door de ondernemers zelf bepaald. Door het organiseren van deze activiteiten zijn juist de kleinere ondernemers erbij gebaat, omdat de grotere winkelketens in de praktijk zelf al over voldoende middelen beschikken om dit soort zaken voor zichtzelf/landelijk te organiseren.

Deze belasting wordt geheven van personen die geen hoofdverblijf hebben in de gemeente Aalsmeer en voor zichzelf of hun gezin een gemeubileerde woonruimte beschikbaar houden. De tarieven voor 2022 worden ten opzichte van 2021 verhoogd met de tariefindex van 2,%.
Met ingang van belastingjaar 2018 is overgegaan tot één tarief op basis van de grondslag voor de OZB of de RZB. Door deze vereenvoudiging hoeven belastingplichtigen geen jaarlijkse opgave meer te doen van de verzekerde waarde en wordt een grotere mate van gelijkheid bewerkstelligd.

Met het marktgeld worden de kosten gedekt die moeten worden gemaakt om de wekelijkse markt mogelijk te maken. Voor 2022 worden de tarieven, vooralsnog, niet verhoogd. De kostendekkendheid voor 2022 ligt op 78,8%.

De motie RAP roept op tot het onderzoeken van de nieuwe belastingen/heffingen waarbij de gebruiker betaald. Uit het onderzoek komt naar voren dat het invoeren van een vermakelijkheidsretributie (vmr) kansrijk is met een hoog opbrengstenpotentieel. Degene die vermaak aanbiedt/vermakelijkheden verschaft, organiseert of de gelegenheid daartoe biedt krijgt te maken met de vmr. Per deelnemer draagt de organisator vmr af. De organisator kan de vmr bij de deelnemers in rekening brengen (de gebruiker betaald).
Om de vmr nader uit te werken is gekozen voor ingangsjaar 2023 met een verwachte opbrengst van circa € 0,4 miljoen per jaar.